Dag en nacht oproepbaar: ‘Zodra het ingewikkeld wordt, bellen ze mij’

Interview 29 april 2024

Ook in het weekend, tijdens feestdagen, ‘s avonds, ’s nachts of ’s ochtends héél vroeg houden verschillende Rijkswaterstaters Nederland draaiende. Het maakt niet uit hoe lang het duurt of hoe warm, koud of nat het buiten is. Bij grote incidenten en calamiteiten op de snelweg bieden officier van dienst Saskia Morsink en haar collega’s hulp.

Saskia Morsink in haar dienstauto

Bij grote of meer ingewikkelde incidenten en calamiteiten schakelt de verkeerscentrale uit die regio een officier van dienst (OvD) in, zoals Saskia Morsink. Saskia besluit dan wat er moet gebeuren om de weg zo snel mogelijk weer veilig te kunnen gebruiken. Saskia: ‘Ik ga meteen ter plaatse en stel een bestrijdingsteam samen, dat ik ook aanstuur. Het bestrijdingsteam bestaat uit de verkeerscentrale, een of meerdere weginspecteurs en partijen als aannemers en bergers. Geen incident is hetzelfde, dus je moet elke keer weer kijken wie of wat je nodig hebt.’

‘Daarnaast overleg ik met OvD’s van andere hulpdiensten, zoals de politie, brandweer en ambulance. Dit noemen we het ‘motorkapoverleg’. Langs de snelweg zijn immers geen vergadertafels. Iedere hulpdienst heeft een eigen taak en we hebben elkaar nodig om onze taak te kunnen uitvoeren. Rijkswaterstaat sluit de weg af en bewaakt het incident, zodat iedereen veilig hun werk kan doen. Maar we doen dat natuurlijk ook voor de verkeersveiligheid van weggebruikers en eventuele slachtoffers. Tegelijkertijd streven we er naar dat het overige verkeer zo veel mogelijk door kan blijven rijden.’

De officier van dienst wordt opgeroepen bij grote en complexe incidenten.

07.00 uur: ‘Van 0 naar 100, kom maar op!’

De werkweek van een OvD is onvoorspelbaar. Saskia: ‘De ene week gebeurt er niks, een andere keer werk je 25 uur extra. Als ik oproepdienst heb, ben ik eigenlijk nooit echt vrij. Dan ben ik 24 uur per dag, een week lang oproepbaar. Dat is ongeveer elke 2-3 weken. De andere weken is een collega-OvD oproepbaar. Als ik met vrienden of familie afspreek geef ik altijd een disclaimer: “het zou kunnen dat ik gebeld word”.’

‘Als ik niet word opgeroepen zit ik op kantoor als medewerker operationele advisering (moa). Als moa zorg ik ervoor dat weginspecteurs alles hebben wat nodig is om hun werk te doen. Van coaching, tot kleding tot aan apps waarmee de verkeerscentrale informatie over incidenten beveiligd kan doorgeven. En ik spring bij waar nodig. Dat is een fulltimebaan op zich. Ik begin vaak lekker vroeg, rond 07.00 uur. Mijn kantoorwerk kan ik tot op zekere hoogte zelf indelen. Maar als mijn OvD-telefoon gaat, veeg ik mijn hele planning de prullenbak in. Voorspelbaar werk past niet bij mij. Van 0 naar 100. Kom maar op!’

Snacks en thermokleding

Lange dagen horen er soms ook bij. Saskia lacht: ‘Soms zit alles tegen. Zo was er een keer een joekel van een kraanwagen dwars door de vangrail het water ingereden. Om die kraanwagen te bergen hadden we 3 bergingsvoertuigen nodig en moesten we een andere vangrail openbreken. Daar ben je wel even zoet mee. Toen het laatste deel van de kraan eindelijk op een bergingsvoertuig stond, ging dat bergingsvoertuig kapot. Je denkt telkens: “nu zijn we er” en dan gebeurt er weer wat nieuws.’

‘Mij hoor je niet klagen hoor! Ik stel steeds mijn plan bij. En ben er altijd op voorbereid dat het lang kan duren en dat je soms met barre weersomstandigheden te maken hebt. Je lijf went aan het buiten werken. Je leert je er ook op te kleden en ik heb áltijd iets te eten in mijn auto liggen. Ik realiseer me dat een incident voor betrokken weggebruikers vreselijk is en dat het vervelend is als je lang in de file staat. Mijn missie is: hoe zorg ik dat ik dit zo goed en zo snel mogelijk oplos? Die puzzel vind ik het leukst aan mijn werk.’

Officier van dienst Saskia Morsink

15.30 uur: Dodelijk ongeval

Ook vandaag moet Saskia haar plannen bijstellen. Iets voor 15.30 uur vertrekt ze van kantoor om een kennis te bezoeken. Het moment dat ze uit de auto stapt belt de verkeerscentrale: “Dodelijk ongeval”. Saskia: ‘Dan gaat er meteen een knop om. Ik bel die kennis af en ga rechtsomkeert richting het ongeval. Tijdens het rijden bel ik met de verkeerscentrale en weginspecteur om zoveel mogelijk informatie te verzamelen.’

‘Omdat ik ruim 12 jaar weginspecteur ben geweest in deze regio ken ik het wegennet ontzettend goed. Zodra ik een locatie hoor, weet ik precies hoeveel rijstroken er zijn, waar het verkeer vandaan komt, hoe ik het ongeval af moet zetten, enzovoort. Met die kennis en de informatie die ik uitvraag maak ik een plaatje in mijn hoofd. Zo kan ik onderweg al beslissingen nemen en opdrachten geven om het incident te bestrijden.’

Als Saskia aankomt bij het ongeval zijn er al 2 weginspecteurs ter plaatse. De politie ontfermt zich over het slachtoffer. De brandweer heeft de auto afgedekt met een zeil, zodat het slachtoffer niet zichtbaar is voor passerend verkeer. Saskia: ‘Verzorging van slachtoffers is niet aan ons. Wij zijn er voor de verkeersveiligheid en doorstroming, maar wij streven er altijd naar om zo respectvol mogelijk te handelen.’

Grote ongevallen en lastige keuzes

‘Een OvD wordt betrokken bij grote en ingewikkelde incidenten, om lastige beslissingen te nemen. Ik zie daardoor veel menselijk leed. Mijn taak is om te voorkomen dat het erger wordt, hulpdiensten faciliteren en zorgen dat het verkeer er zo min mogelijk last van heeft.’

‘We maken heftige dingen mee. Daarom check ik continu hoe het met iedereen gaat. Tijdens een incident en achteraf. Je ziet het vaak al aan iemands blik. Van slachtoffers, maar ook collega’s en andere hulpverleners. Je weet nooit wanneer je emmer vol zit. Ik wil voorkomen dat ‘ie bij iemand overloopt. Daarom ben ik nazorgverlener voor collega’s. Als ik hulp kan bieden doe ik dat. De we-doen-dit-samen-mentaliteit is een mooie kant van het werk. Je trekt elkaar er doorheen.’

Overleg tussen officier van dienst en weginspecteur

Kritiek

Ondanks je beste inspanningen krijg je soms ook kritiek. Saskia: ‘Soms lijkt het alsof we het niet goed kunnen doen. Natuurlijk is het vervelend als een weg lang is afgesloten. Als we sneller konden werken, dan zouden we dat wel doen. Maar veiligheid staat voorop.’

‘Als alle hulpdiensten klaar zijn, kunnen wij beginnen met opruimen en eventuele schade herstellen. Bijvoorbeeld aan de vangrail of het asfalt. Ook moeten we echt álle brokstukken opruimen en eventuele gelekte olie verwijderen. Anders hebben we direct weer een ongeluk. Zodra de weg weer veilig is, gaat hij meteen open. Wij zijn vanaf het allereerste begin tot het einde druk: van het afzetten tot vrijgeven.’

21.30 uur: Als laatste naar huis

Op de plaats van het dodelijke ongeval is Saskia nog druk bezig. Wat is er gedaan en wat moet er nog gebeuren? Tussendoor checkt ze hoe het met de weginspecteurs gaat. Pas als alles is afgerond verlaten Saskia en de weginspecteurs als laatste de locatie. Om half 10 is ze thuis. Saskia: ‘En dan kan het natuurlijk ook gebeuren dat je meteen weer gebeld wordt. Bij oproepdienst weet je het nooit.’ Een ding is wel zeker: je hoeft je niet te vervelen.

Saskia Morsink naast haar dienstauto

Zorgen dat iedereen veilig van A naar B kan

Wegverkeer bij Rijkswaterstaat