De verkeerscentrales van Rijkswaterstaat | Veilig en vlot van AnaarB

Vlog 12 augustus 2022

Dagelijks rijden er vele tienduizenden weggebruikers over de Nederlandse snelwegen. Deze wegen worden elke dag 24/7 in de gaten gehouden door de wegverkeersleiders van Rijkswaterstaat. Zij zorgen voor een veilige en vlotte doorstroming op ons hoofdwegennet. Dit doen zij vanuit een van onze vijf regionale verkeerscentrales in Helmond, Rhoon, Velsen, Wolfheze en Utrecht en het landelijk verkeerscentrum (VCNL) in Utrecht. In deze video zie je wat er allemaal komt kijken bij het werk van de wegverkeersleiders in de verkeerscentrales van Rijkswaterstaat.

VOICE-OVER: Tienduizend medewerkers van Rijkswaterstaat werken aan beheer van onze rivieren en de Noordzee. Ze doen dit met een vloot van ruim 110 vaartuigen. Een van de schepen is de Terschelling. Dit is de werkplek van matroos Maikel. (In gele letters verschijnt de beeldtekst: Ingezoomd. Maikel Mier poetst z'n tanden.) MAIKEL MIER: Wij beginnen maandag, halfacht verzamelen wij aan boord. Meestal zijn we de hele week weg. Dan gaan we of naar IJmuiden of Scheveningen, Den Helder. En dan komen wij donderdagavond meestal weer terug. (Op de zijkant van het vaartuig Terschelling staat: Kustwacht.) DE RUSTIGE MUZIEK SPEELT VERDER Ik zit tweeënhalf jaar op de Terschelling. Daarvoor heb ik zo'n elf jaar op een kruiplijncoaster gezeten. Dus ik draai al even mee. (Hij staat op de kade. Aan boord praat hij in een microfoon.) DE RUSTIGE MUZIEK SPEELT VERDER M'n opa voer altijd al. Als ik al die verhalen altijd hoorde. Hij was dan wel twee jaar weg, maar dat is niet meer van deze tijd, gelukkig. M'n vader heeft hier ook gevaren, op de Terschelling. Die was kok. Zo ben ik er ook een beetje in gerold. (De Terschelling vaart op zee. Achterop wappert de Nederlandse vlag.) LEVENDIGE MUZIEK De boeien zijn belangrijk. Voor de grote scheepvaart, de kleine scheepvaart, voor de binnenvaart, voor de pleziervaart markeren die de weg waardoor ze veilig van A naar B kunnen. (Maikel brandt een ketting door en plukt iets van de boei.) DE LEVENDIGE MUZIEK SPEELT VERDER Hier hebben we wat zeesterretjes, een soort kleine garnaaltjes en hier draait het vaak om: de mossels. Vooral noodzakelijk dat wij die eraf halen, anders wordt hij te zwaar en dan ligt hij te diep en dan is hij niet goed zichtbaar meer voor de zeevaart of de binnenvaart, waardoor er ongelukken kunnen gebeuren. Het kan helemaal doorgroeien op die ketting, dus die spuiten wij dan ook schoon. (De kraan op de Terschelling hijst nog een boei uit het water.) Die boeien maken wij één keer per jaar schoon. Ja, dat groeit snel aan. (De boei staat aan boord.) Geen één dag is hetzelfde. Geen één boei is ook hetzelfde. De ene keer moet je een lichtunit vervangen of een topteken krom, of branden, lassen, flexen. MAN: Zullen we een stukje naar bakboord? MAIKEL ANTWOORDT ONHOORBAAR MANNENSTEM: Kan hij daar? MAIKEL: Hij zit al. Een van de leuke dingen is: de collega's, en het team. Je moet wel op ze kunnen bouwen, dat is wel belangrijk. We varen altijd met negen man uit. Ik denk dat we in totaal iets van vijftien mensen hebben. Samen voetbal kijken of zo, dat gebeurt ook wel veel. (Hij controleert de ketting.) De reden dat wij de ketting controleren, je ziet wel, door al die wrijving gaat het slijten en dat breekt op een gegeven moment. Dus daarom branden wij dit los en maken we het weer vast. Anders kunnen we achter die boeien aan. En dat is vaak in het weekend, en dat willen we niet. (Eén man spuit het dek schoon, een andere man een ketting.) STUWENDE MUZIEK We varen niet alleen met mooi weer, maar ook gewoon met regen, met sneeuw, met hagel, met onweer soms. Kou is emotie, zeggen we dan, dat kennen we niet. (Hij glimlacht.) Als het echt niet meer gaat, tuurlijk, veiligheid staat voorop. Als het echt niet gaat, dan gaat het niet. Dan stoppen wij ook met werken en dan stomen we naar huis, naar de haven. Maar ja, als je moet, dan moet je. (In de kombuis schept Maikel nasi over in een andere pan.) DE STUWENDE MUZIEK SPEELT VERDER Je moet niet bang wezen voor water, geen vieze handen bijvoorbeeld. Je moet wel tegen een stootje kunnen, denk ik. Je moet wel zeebenen hebben. Ik heb zeker wel zeebenen. Hoe gekker, hoe mooier, zeg ik altijd.