Deze assetmanager is ook binnenvaartschipper

Interview 18 november 2021

Als binnenvaartschipper voer Janko Vink talloze keren onder de bruggen en door de sluizen waar hij vandaag de dag als adviseur assetmanagement planningen voor maakt. Door met het oog van een schipper te kijken, voegt hij praktijkervaring toe aan een vak dat steeds procesmatiger wordt.

‘Rust en vrijheid’, noemt Janko Vink (40) als de 2 meest aantrekkelijke aspecten van het leven als binnenvaartschipper. Op de piek van laden en lossen na, zie je vanuit de stuurhut het grootste deel van de tijd een meanderend landschap aan je voorbij glijden. En dat 2 weken op, 2 weken af. ‘Prachtig. Maar toen de kinderen kwamen, besloot ik toch dat ik vaker thuis wilde zijn.'

Gigantisch knooppunt

Vink ging voor de provincie Zuid-Holland als rayonopzichter vaarwegen varen op een patrouilleboot. Tegelijk begon hij aan een studie Civiele Techniek. Hierna kwam hij bij het vaarwegbeheer van de provincie terecht. Dit vormde de opmaat voor zijn huidige functie als adviseur assetmanagement bij Rijkswaterstaat. Met de Rotterdamse haven en grote delen van de Randstad, is dit een gigantisch logistiek knooppunt voor internationaal weg- en waterverkeer. ‘Er staat hier flink wat op het spel.’, zegt Vink.

Als adviseur assetmanagement ben je bij Rijkswaterstaat met name bezig met het veilig beschikbaar houden van de kunstwerken. Het doel is dat deze bruggen, sluizen en andere waterwerken doen waarvoor ze gebouwd zijn. De gebruikers moeten er overheen rijden of onderdoor varen en zo min mogelijk hinder ondervinden, zelfs als ze in onderhoud zijn.

Operationeel versus procesmatig

Binnen Rijkswaterstaat is assetmanagement grofweg in operationeel en procesmatig beheer opgedeeld. Operationeel ben je bezig om werk in te plannen met aannemers. Heel praktisch en gericht op de uitvoering. Als procesmatig adviseur assetmanagement, wat Vink doet, richt je je vooral op de lange termijn.

Hier draait het om de ontwikkeling van onderhouds- en vervangingsscenario’s in de toekomst. Volgens Vink een kwestie van de balans vinden tussen prestaties, budget én risico’s. En dat doe je op basis van tal van voorspelbare en minder voorspelbare factoren. Van meetbare slijtage door dagelijks gebruik van passerend verkeer tot grillige invloeden zoals het weer. Hoe beter dat verzamelen en interpreteren van data gaat, des te minder de hinder en des te lager de kosten. Vink: ‘En dat is belangrijk. Want we werken met belastinggeld en beperkte budgetten.’

Een deur van 100.000 kg

Een van de megaprojecten waar hij momenteel mee bezig is, is de Volkeraksluis. Deze grootste binnenvaartsluis van Europa zit aan de top van haar capaciteit en verwerkt jaarlijks 150.000 schepen. Van de 4 sluiskolken zijn er 3 beschikbaar voor de binnenvaart en een voor de pleziervaart. Momenteel worden de scharnieren van de sluisdeuren gerepareerd. Dat klinkt eenvoudig tot je weet dat een deur 100.000 kg weegt.

Tijdens het verwijderen, repareren en terugplaatsen levert de sluis tijdelijk een derde van haar capaciteit in waardoor schepen langer moeten wachten om geschut te worden. Vink is ondertussen druk doende om de wachttijd door het aantal uren onvoorziene niet-beschikbaarheid terug te brengen.

Ervaring als binnenvaartschipper

Vink ziet zijn werk niet alleen als het maken van procesmatige scenario’s met het voorspellen van storingen en inplannen van onderhoud, maar ook als mensenwerk. Hier komt zijn ervaring als binnenvaartschipper van pas. ‘Als je een zijarm van een sluis afsluit voor onderhoud en binnenschippers daardoor niet meer met hun auto van boord kunnen, dan sluit je ze feitelijk op, op hun schip. Dat zijn dingen die ik uit de praktijk weet en waar we dus rekening mee kunnen houden.’

Omdat de doorstroom van het vrachtverkeer zo essentieel is voor een doorvoerland als Nederland, zet Rijkswaterstaat steeds meer in op het procesmatig vastleggen van het onderhoud. Door kunstwerken met sensoren uit te rusten, kunnen assetmanagers een storing bovendien aan zien komen voordat deze plaatsvindt. ‘Zo kunnen we het aantal uren onvoorziene niet-beschikbaarheid terugbrengen.

Smeerbeurt

De komende jaren komt er enorm veel werk op Rijkswaterstaat af als de zogenaamde ‘babyboombruggen’ aan de beurt zijn voor groot onderhoud of vervanging. Veel van deze bruggen zijn gebouwd in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Zij zijn door de jaren heen intensief belast door steeds meer en zwaarder verkeer. Het vergt een forse digitaliseringsslag om deze generatie bruggen, ontworpen in de jaren vóór de CAD-tekening en de pc, bij renovatie te vertalen naar het digitale archief van Rijkswaterstaat. De rol van digitalisering wordt alleen maar groter, verwacht hij.

In een ideale toekomst ziet Vink een Nederland dat vol staat met kunstwerken van Rijkswaterstaat die stuk voor stuk hun eigen gegevens produceren. Straks geeft een brug zelf na een aantal keer open en dicht gaan een seintje: tijd voor een smeerbeurt. Vink: ‘De totale onderhoudsbehoefte in beeld krijgen en zo de risico’s van onvoorzien falen beperken; dat zou mooi zijn. Maar daar zijn we nog wel een tijdje mee bezig.