'Als junior coördinator bij de crisisdienst hou je het overzicht wanneer het écht misgaat'

Een andere reden voor Sander om aan een traineeship bij Rijkswaterstaat te beginnen, was meer praktisch. Tijdens zijn bachelor richtte Sander zich onder andere op de impact van klimaatverandering op mens en natuur, en het opwekken van hernieuwbare energie.

Daarnaast heeft hij ook een half jaar een minor conservation biology gedaan in Australië, gericht op biodiversiteit en de bescherming daarvan. De master die daarop volgde, ging over het beheer van onderwaterecologie.

Extra werkervaring

Na 7 jaar studeren ging hij op zoek naar een baan. Daarbij stuitte hij op een vacature als marien ecoloog bij het Wind op Zee-project van Rijkswaterstaat. Op het eerste gezicht een perfecte match, zegt Sander. Maar na zijn sollicitatie werd hij afgewezen.

Hij besloot om verder te kijken bij Rijkswaterstaat en kwam toen het landelijk traineeship tegen. Dat duurt anderhalf jaar en is opgeknipt in drie losse opdrachten. 'Dankzij dit traineeship kan ik extra werkervaring opdoen, waardoor ik straks meer kans maak op dit soort functies.'

5 opdrachten in de aanbieding

Het eerste half jaar van zijn traineeship kreeg Sander een opdracht op basis van zijn achtergrond en studie. Hij had daarbij het voordeel dat hij veel verschillende dingen heeft gestudeerd, wat tot meer mogelijkheden leidde: 'De coördinator kiest een aantal opdrachten uit waarvan ze denkt dat die bij je passen. In mijn geval kreeg ik 5 opdrachten aangeboden.'

Meer regen maar ook meer droogte

Zo kwam hij bij de regio Midden-Nederland terecht, bij de afdeling Netwerkontwikkeling en Visie. Hij ging hier aan de slag als adviseur kwantitatief waterbeheer. Daar hield hij zich bezig met planvorming en de waterverdeling op de lange termijn: hoe ga je over 15 tot 20 jaar om met het water in deze regio, waaronder het IJsselmeergebied?

'Er komt meer regen en ook meer droogte. Maar ondertussen hebben we ook steeds meer water nodig. De vraag is hoe je moet inspelen op de veranderingen in de komende decennia.'

Onderdeel van de afdeling

Zijn huidige opdracht, deel 2 van de 3, is meer op het hier en nu gericht. Zo kwam hij bij het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) terecht. Dit is de crisisdienst van het ministerie. Sander werkt hier nu als junior crisismanager waar hij onder andere piketdiensten draait. Hij zegt dat hij zich ‘echt onderdeel’ van de afdeling voelt.

Crisismanagement is netwerkmanagement

Als er een crisis is dan schakel je naar de acute ‘warme fase’, legt Sander uit. Dat was bijvoorbeeld het geval bij een dijk die onlangs op doorbreken stond. Dan komen de betrokken partners in actie. Maar in de tussentijd zit je niet stil, want dan houd je je bezig met de opbouw van het zogenaamde ‘koude fase dossier’.

Hierbij loop je de werkwijze en procedures langs en controleer je of die nog actueel zijn. 'Crisismanagement is voor een groot deel netwerkmanagement. Als er iets gebeurt, dan moet je zeker weten dat wie je wilt bereiken ook bereikbaar is. De telefoon aan de andere kant van de lijn moet opgenomen worden.'

Berichten sturen naar de minister

Hij is erg blij met deze opdracht van zijn traineeship omdat het zowel het hier en nu als de lange termijn combineert. Als hij piket draait, heeft hij aan de ene kant een coördinerende rol. Hij houdt dan contact met de betrokken partners.

Daarnaast heeft hij vooral een informerende rol, bijvoorbeeld richting de minister en de bestuursambtelijke top. 'Als er iets misgaat, dan stuur ik een bericht naar de minister of naar de directeur van Rijkswaterstaat. Wat je doet zie je ’s avonds vaak terug op het nieuws. Ik had nooit durven denken dat ik als junior na een half jaar al zó veel verantwoordelijkheid zou dragen.'