34 zeesluizen
Peter is bij Rijkswaterstaat een van de adviseurs, ook wel risicoanalisten, als het gaat om faalkansbeheer. 'De naam zegt het al: wat is de kans dat bijvoorbeeld de Haringvlietsluizen falen als we ze nodig hebben? Kijk, we weten dat het mis kán gaan. Dat geldt voor alles. Voor een ophaalbrug, voor je auto, noem maar op. Willen autofabrikanten weten na hoeveel kilometer de banden zijn versleten, dan kunnen ze dit gewoon testen. Maar bij de 5 kilometer lange dam en 34 schuiven van de Haringvlietsluizen ligt dat natuurlijk gecompliceerder. Die kun je niet testen. Je moet de faalkans steeds opnieuw modelmatig berekenen.'
Continue veranderingen
Bij dat berekenen komt nogal wat kijken, vertelt Peter. 'De kans dat het mis kan gaan, kennen we. Die initiële analyse ligt er. Maar daar zitten veel aannames in. Zo nemen we aan, op basis van hoe de stormvloedkeringen zijn gebouwd, dat deze na tien jaar een bepaalde slijtage vertonen met een zeker effect op de werking van de kering. Een deel van het werk van de risicoanalist is om die aannames te ijken: kloppen de rekensommen nog? Waarom je dat steeds opnieuw moet ijken? Omdat er continu veranderingen zijn. Welk effect op de werking van de kering hebben bijvoorbeeld de windmolens die in de buurt zijn geplaatst? Of wat gebeurt er als dat nieuwe type schip tegen de dam aan vaart? Ontwikkelingen in de organisatie, bijvoorbeeld veranderingen binnen een team of nieuwe procedures, nemen we ook mee. De nieuwste cyberveiligheid van de software. En natuurlijk als er iets verandert in de soft- of hardware.'
In de kelder van de Van Brienenoordbrug
Elke stormvloedkering in Nederland – de Haringvlietsluizen, Oosterscheldekering, Hollandsche IJsselkering, Maeslantkering, Hartelkering en Balgstuw Ramspol – heeft zijn eigen risicoanalist. 'Gaaf toch, dat je zo’n belangrijke invloed hebt op de waterveiligheid van Nederland? En we komen op plekken waar niemand anders komt. In de kerende wand van de Maeslantkering en binnen in andere imposante bouwwerken, zoals de kelder van de Van Brienenoordbrug. Je werkt namelijk voor een deel op locatie, omdat je moet weten hoe het object in elkaar zit. Ook als er een operationeel team aanwezig is, ben je vaak ter plaatse. Zo analyseer ik of op dat moment de juiste mensen rondlopen. Mijn conclusies verwerk ik in werkinstructies of adviezen over vervolgstappen.'
Faalkansrapportages
'Verder zit ik veel achter de computer om analyses uit te voeren en de bevindingen te registreren. Ik werk ook mee aan faalkansrapportages voor de directie. Die worden zowel intern bij Rijkswaterstaat als door TNO getoetst, waarna ze ook naar Tweede Kamer gaan. Alle keringen hebben namelijk wettelijke eisen. Voldoen ze daaraan, ja of nee? Onze rapportages laten dit zien. We sparren veel met elkaar, ook met collega’s van andere disciplines. Het komt ook voor dat ik anderen echt moet overtuigen. Bijvoorbeeld als ik op basis van risicoanalyses concludeer dat het tijd is om budget vrij te maken om onderdelen te vervangen.
Storm op komst
Komt er een storm deze kant op die hoogwater zal veroorzaken? Dan is de teamspirit letterlijk voelbaar. We zijn dan allemaal aanwezig om in actie te komen. Dan halen we pizza’s en zitten we met z’n allen in spanning te wachten. Want we weten dat die storm komt, maar niet exact wanneer en hoe hevig die zal zijn. Van tevoren weten we dan ook niet welke acties we precies gaan ondernemen. Dat geeft een inspirerende vibe, al die mensen bij elkaar met dezelfde passie en drive, in afwachting van wanneer we op de knoppen kunnen drukken.'
Training on the job
Hoe je als wiskundige, technicus of analist een expert wordt op het gebied van stormvloedkeringen? 'Bij ons start iedereen met een intern opleidings- en trainingsprogramma', vertelt Peter. 'Je hebt keringkennis nodig, en je moet van alles weten over onze foutmodellen en risicoanalyses. Daar zijn geen standaardopleidingen voor, dus je volgt die cursussen binnen Rijkswaterstaat. En je wordt on the job, dus bij de verschillende keringen, getraind door ervaren collega’s.'